G242 ἅλλομαι
springen, opspringen, opborrelen (v. water)

Bijbelteksten

Johannes 4:14Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.
Handelingen 3:8En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.
Handelingen 14:10Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken