Mattheus 1:2 | Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders; |
Mattheus 1:3 | En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram; |
Mattheus 1:4 | En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon; |
Mattheus 1:5 | En Salmon gewon Booz bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai; |
Mattheus 1:6 | En Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die Uria's [vrouw was geweest]; |
Mattheus 1:7 | En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa; |
Mattheus 1:8 | En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias; |
Mattheus 1:9 | En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias; |
Mattheus 1:10 | En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias; |
Mattheus 1:11 | En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering. |
Mattheus 1:12 | En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel; |
Mattheus 1:13 | En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor; |
Mattheus 1:14 | En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud; |
Mattheus 1:15 | En Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob; |
Mattheus 1:16 | En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus. |
Mattheus 1:20 | En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, [gij] zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; |
Mattheus 2:1 | Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, [gelegen] in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, [enige] wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen. |
Mattheus 2:4 | En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en schriftgeleerden des volks, vraagden van hen, waar de Christus zou geboren worden. |
Mattheus 19:12 | Want er zijn gesnedenen, die uit moeders lijf alzo geboren zijn; en er zijn gesnedenen, die van de mensen gesneden zijn; en er zijn gesnedenen, die zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen. Die [dit] vatten kan, vatte [het]. |
Mattheus 26:24 | De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. |