Markus 7:35 | En terstond werden zijn oren geopend, en de band zijner tong werd los, en hij sprak recht. |
Lukas 8:29 | Want Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd bevangen gehad; en hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en werd van den duivel gedreven in de woestijnen. |
Lukas 13:16 | En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, ziet, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band, op den dag des sabbats? |
Handelingen 16:26 | En er geschiedde snellijk een grote aardbeving, alzo dat de fundamenten des kerkers bewogen werden; en terstond werden al de deuren geopend, en de banden van allen werden los. |
Handelingen 20:23 | Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende, dat mij banden en verdrukkingen aanstaande zijn. |
Handelingen 22:30 | En des anderen [daags], willende de zekerheid weten, waarom hij van de Joden beschuldigd werd, maakte hij hem los van de banden, en beval, dat de overpriesters en hun gehele raad zouden komen; en Paulus afgebracht hebbende, stelde hij [hem] voor hen. |
Handelingen 23:29 | Welken ik bevond beschuldigd te worden over vragen hunner wet; maar geen beschuldiging tegen hem te zijn, die den dood of banden waardig is. |
Handelingen 26:29 | En Paulus zeide: Ik wenste wel van God, dat, en bijna en geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen wierden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden. |
Handelingen 26:31 | En aan een zijde gegaan zijnde, spraken zij tot elkander, zeggende: Deze mens doet niets des doods of der banden waardig. |
Filippenzen 1:7 | Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt. |
Filippenzen 1:13 | Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen; |
Filippenzen 1:14 | En [dat] het meerder [deel] der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. |
Filippenzen 1:16 | Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen; |
Colossenzen 4:18 | De groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen. |
2 Timotheus 2:9 | Om hetwelk ik verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar het Woord Gods is niet gebonden. |
Filemon 1:10 | Ik bid u [dan] voor mijn zoon, denwelken ik in mijn banden heb geteeld, [namelijk] Onesimus; |
Filemon 1:13 | Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies. |
Hebreeen 10:34 | Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen. |
Hebreeen 11:36 | En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; |
Judas 1:6 | En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard. |