Mattheus 6:25 | Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? |
Mattheus 22:11 | En als de koning ingegaan was, om de aanzittende [gasten] te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed [zijnde] met een bruiloftskleed; |
Mattheus 27:31 | En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den mantel af, en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen. |
Markus 1:6 | En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilde honig. |
Markus 6:9 | Maar dat zij schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn. |
Markus 15:17 | En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem [die] op; |
Markus 15:20 | En als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen. |
Lukas 12:22 | En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. |
Lukas 15:22 | Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt [hier] voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; |
Lukas 24:49 | En ziet, Ik zende de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. |
Handelingen 12:21 | En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen. |
Romeinen 13:12 | De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts. |
Romeinen 13:14 | Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden. |
1 Corinthiers 15:53 | Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke [moet] onsterfelijkheid aandoen. |
1 Corinthiers 15:54 | En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. |
2 Corinthiers 5:3 | Zo wij ook bekleed [en] niet naakt zullen gevonden worden. |
Galaten 3:27 | Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. |
Efeziers 4:24 | En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. |
Efeziers 6:11 | Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. |
Efeziers 6:14 | Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid; |