G2071 ἔσομαι
zijn

Bijbelteksten

Handelingen 24:15Hebbende hoop op God, welke dezen ook zelf verwachten, dat er een opstanding der doden wezen zal, beiden der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen.
Handelingen 24:25En als hij handelde van rechtvaardigheid, en matigheid, en [van] het toekomende oordeel, Felix, zeer bevreesd geworden zijnde, antwoordde: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegenen tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen.
Handelingen 27:10En zeide tot hen: Mannen, ik zie, dat de vaart zal geschieden met hinder en grote schade, niet alleen van de lading en van het schip, maar ook van ons leven.
Handelingen 27:22Doch alsnu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn; want er zal geen verlies geschieden van [iemands] leven onder u, maar alleen van het schip.
Handelingen 27:25Daarom zijt goedsmoeds, mannen, want ik geloof Gode, dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is.
Romeinen 4:18Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen.
Romeinen 6:5Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn [in de gelijkmaking Zijner] opstanding;
Romeinen 9:9Want dit is het woord der beloftenis: Omtrent dezen tijd zal Ik komen, en Sara zal een zoon hebben.
Romeinen 9:26En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was: Gijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden.
Romeinen 15:12En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen.
1 Corinthiers 6:16Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam [met haar] is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen.
1 Corinthiers 11:27Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren.
1 Corinthiers 14:9Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn [als] die in de lucht spreekt.
1 Corinthiers 14:11Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
2 Corinthiers 3:8Hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?
2 Corinthiers 6:16Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder [hen] wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn.
2 Corinthiers 6:18En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige.
2 Corinthiers 11:15Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als [waren zij] dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken.
2 Corinthiers 12:6Want zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde [daarvan] af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort.
2 Corinthiers 13:11Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken