G2323 θεραπεύω
dienen, bedienen, helen, genezen

Bijbelteksten

Mattheus 4:23En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.
Mattheus 4:24En Zijn gerucht ging [van daar] uit in geheel Syrie; en zij brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten, en maanzieken en geraakten; en Hij genas dezelve.
Mattheus 8:7En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen.
Mattheus 8:16En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de [boze] geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 9:35En Jezus omging al de steden en vlekken, lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekten en alle kwalen onder het volk.
Mattheus 10:1En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen.
Mattheus 10:8Geneest de kranken; reinigt de melaatsen; wekt de doden op; werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet.
Mattheus 12:10En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem mochten beschuldigen).
Mattheus 12:15Maar Jezus, [dat] wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen.
Mattheus 12:22Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, [die] blind en stom [was]; en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag.
Mattheus 14:14En Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen, en genas hun kranken.
Mattheus 15:30En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende bij zich kreupelen, blinden, stommen, lammen, en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve.
Mattheus 17:16En ik heb hem tot Uw discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen.
Mattheus 17:18En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit, en het kind werd genezen van die ure af.
Mattheus 19:2En vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze aldaar.
Mattheus 21:14En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den tempel, en Hij genas dezelve.
Markus 1:34En Hij genas er velen, die door verscheidene ziekten kwalijk gesteld waren; en wierp vele duivelen uit, en liet de duivelen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.
Markus 3:2En zij namen Hem waar, of Hij op den sabbat hem genezen zou, opdat zij Hem beschuldigen mochten.
Markus 3:10Want Hij had er velen genezen, alzo dat Hem al degenen, die [enige] kwalen hadden, overvielen, opdat zij Hem mochten aanraken.
Markus 3:15En om macht te hebben, de ziekten te genezen, en de duivelen uit te werpen.

Mede mogelijk dankzij