G2573 καλῶς
mooi, fijn, voortreffelijk, goed
1 Corinthiers 14:17 | Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht. |
2 Corinthiers 11:4 | Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of [indien] gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij [hem] met recht. |
Galaten 4:17 | Zij ijveren niet recht over u; maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren. |
Galaten 5:7 | Gij liept wel; wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn? |
Filippenzen 4:14 | Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt. |
1 Timotheus 3:4 | Die zijn eigen huis wel regeert, [zijn] kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; |
1 Timotheus 3:12 | Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die [hun] kinderen en hun eigen huizen wel regeren. |
1 Timotheus 3:13 | Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en vele vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus. |
1 Timotheus 5:17 | Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. |
Hebreeen 13:18 | Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen. |
Jakobus 2:3 | En gij zoudt aanzien dengene, die de sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; |
Jakobus 2:8 | Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven, zo doet gij wel; |
Jakobus 2:19 | Gij gelooft, dat God een enig [God] is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen. |
2 Petrus 1:19 | En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. |
3 Johannes 1:6 | Die getuigd hebben van uw liefde, in de tegenwoordigheid der Gemeente; welken indien gij geleide doet, gelijk het Gode waardig is, zo zult gij weldoen. |