G2596 κατά
neer, omlaag langs iets, volgens

Bijbelteksten

2 Thessalonicensen 2:3Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want [die komt niet], tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
2 Thessalonicensen 2:9[Hem, zeg ik,] wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
2 Thessalonicensen 3:6En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft.
1 Timotheus 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, [Die] onze Hope [is],
1 Timotheus 1:11Naar het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is.
1 Timotheus 1:18Dit gebod beveel ik u, [mijn] zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt;
1 Timotheus 5:19Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen.
1 Timotheus 5:21Ik betuig voor God, en den Heere Jezus Christus, en de uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt, zonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid.
1 Timotheus 6:3Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is,
2 Timotheus 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is,
2 Timotheus 1:8Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren, noch mijns, die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het Evangelie, naar de kracht Gods;
2 Timotheus 1:9Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen;
2 Timotheus 2:8Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie;
2 Timotheus 4:1Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en [in] Zijn Koninkrijk:
2 Timotheus 4:3Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;
2 Timotheus 4:14Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken.
Titus 1:1Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is;
Titus 1:3[Namelijk] Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, [mijn] oprechte zoon, naar het gemeen geloof:
Titus 1:4Genade, barmhartigheid, vrede zij [u] van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker.
Titus 1:5Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen [nog] ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en [dat] gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb:

Mede mogelijk dankzij