Colossenzen 3:5 | Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, [namelijk] hoererij, onreinigheid, [schandelijke] beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst; |
Jakobus 3:5 | Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt [nochtans] grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt. |
Jakobus 3:6 | De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad [onzer] geboorte, en wordt ontstoken van de hel. |
Jakobus 4:1 | Van waar [komen] krijgen en vechterijen onder u? [Komen zij] niet hiervan, [namelijk] uit uw wellusten, die in uw leden strijd voeren? |