Lukas 17:11 | En het geschiedde, als Hij naar Jeruzalem reisde, dat Hij door het midden van Samaria en Galilea ging. |
Lukas 21:21 | Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen. |
Lukas 22:27 | Want wie is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient. |
Lukas 22:55 | En als zij vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij te zamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen. |
Lukas 23:45 | En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden[door]. |
Lukas 24:36 | En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! |
Johannes 1:26 | Johannes antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden onder ulieden, Dien gij niet kent; |
Johannes 8:3 | En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen. |
Johannes 8:9 | Maar zij, [dit] horende, en van [hun] geweten overtuigd zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van de oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen gelaten; en de vrouw in het midden staande. |
Johannes 8:59 | Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij. |
Johannes 19:18 | Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. |
Johannes 20:19 | Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! |
Johannes 20:26 | En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; [en] Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden! |
Handelingen 1:15 | En in dezelve dagen stond Petrus op in het midden der discipelen, en sprak (er was nu een schare bijeen van omtrent honderd en twintig personen): |
Handelingen 1:18 | Deze dan heeft verworven een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen zijnde, is midden opgeborsten, en al zijn ingewanden zijn uitgestort. |
Handelingen 2:22 | Gij Israelietische mannen, hoort deze woorden: Jezus den Nazarener, een Man van God, onder ulieden betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelven weet; |
Handelingen 4:7 | En als zij hen in het midden gesteld hadden, vraagden zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden dit gedaan? |
Handelingen 17:22 | En Paulus, staande in het midden van de [plaats, genaamd] Areopagus, zeide: Gij mannen van Athene! ik bemerke, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt. |
Handelingen 17:33 | En alzo is Paulus uit het midden van hen uitgegaan. |
Handelingen 23:10 | En als er grote tweedracht ontstaan was, de overste, vrezende, dat Paulus van hen verscheurd mocht worden, gebood, dat het krijgsvolk zou afkomen, en hem uit het midden van hen wegrukken, en in de legerplaats brengen. |