Romeinen 1:9 | Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke; |
Efeziers 1:16 | Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; |
Filippenzen 1:3 | Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk. |
1 Thessalonicensen 1:2 | Wij danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in onze gebeden; |
1 Thessalonicensen 3:6 | Maar als Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden; |
2 Timotheus 1:3 | Ik dank God, Wien ik diene van [mijn] voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag; |
Filemon 1:4 | Ik dank mijn God, uwer altijd gedachtig zijnde in mijn gebeden; |