G3450 μοῦ
ik, mij, me

Bijbelteksten

Markus 14:8Zij heeft gedaan, hetgeen zij kon; zij is voorgekomen, om Mijn lichaam te zalven, [tot een voorbereiding] ter begrafenis.
Markus 14:14En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal?
Markus 14:22En als zij aten, nam Jezus brood, en als Hij gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
Markus 14:24En Hij zeide tot hen: Dat is Mijn bloed, het [bloed] des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt.
Markus 14:34En zeide tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier, en waakt.
Markus 15:34En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOi, ELOi, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten?
Markus 16:17En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken,
Lukas 1:18En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.
Lukas 1:20En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
Lukas 1:25Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij [mij] aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen.
Lukas 1:43En van waar [komt] mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?
Lukas 1:44Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik.
Lukas 1:46En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere;
Lukas 1:47En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker;
Lukas 2:30Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien,
Lukas 2:49En Hij zeide tot hen: Wat [is het], dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders?
Lukas 3:16Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van Zijn schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met vuur;
Lukas 3:22En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde, in lichamelijke gedaante, gelijk een duif; en dat er een stem geschiedde uit den hemel, zeggende: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!
Lukas 4:8En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen.
Lukas 6:47Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel