G3483 ναί
ja, waarachtig, welzeker, beslist
2 Corinthiers 1:18 | Doch God is getrouw, dat ons woord, hetwelk tot u [is geschied], niet is geweest ja en neen. |
2 Corinthiers 1:19 | Want de Zoon van God, Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, [namelijk] door mij, en Silvanus, en Timotheus, was niet ja en neen, maar is geweest ja in Hem. |
2 Corinthiers 1:20 | Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons. |
Filippenzen 4:3 | En ik bid ook u, gij [mijn] oprechte metgezel, wees dezen [vrouwen] behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des levens. |
Filemon 1:20 | Ja, broeder, laat mij uwer [hierin] genieten in den Heere; verkwik mijn ingewanden in den Heere. |
Jakobus 5:12 | Doch voor alle dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt. |
Openbaring 1:7 | Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen. |
Openbaring 14:13 | En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen. |
Openbaring 16:7 | En ik hoorde een anderen van het altaar zeggen: Ja, Heere, Gij almachtige God! Uwe oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. |
Openbaring 22:20 | Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastelijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! |