Mattheus 23:16 | Wee u, gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig. |
Mattheus 23:17 | Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt? |
Mattheus 23:21 | En wie zweert bij den tempel, die zweert bij denzelven, en bij Dien, Die daarin woont. |
Mattheus 23:35 | Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, welken gij gedood hebt tussen den tempel en het altaar. |
Mattheus 26:61 | Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen. |
Mattheus 27:5 | En als hij de zilveren [penningen] in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde [zichzelven]. |
Mattheus 27:40 | En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis. |
Mattheus 27:51 | En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden; |
Markus 14:58 | Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en in drie dagen een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen. |
Markus 15:29 | En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, |
Markus 15:38 | En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden. |
Lukas 1:9 | Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen. |
Lukas 1:21 | En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel. |
Lukas 1:22 | En als hij uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef stom. |
Lukas 23:45 | En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden[door]. |
Johannes 2:19 | Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten. |
Johannes 2:20 | De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is [over] dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten? |
Johannes 2:21 | Maar Hij zeide [dit] van den tempel Zijns lichaams. |
Handelingen 7:48 | Maar de Allerhoogste woont niet in tempelen met handen gemaakt; gelijk de profeet zegt: |
Handelingen 17:24 | De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; |