Mattheus 17:21 | Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten. |
Markus 9:29 | En Hij zeide tot hen: Dit geslacht kan nergens door uitgaan, dan door bidden en vasten. |
Lukas 2:37 | En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, [God] dienende nacht en dag. |
Handelingen 14:23 | En als zij in elke Gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij hen den Heere, in Welken zij geloofd hadden. |
Handelingen 27:9 | En als veel tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen Paulus, |
1 Corinthiers 7:5 | Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met [beider] toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden. |
2 Corinthiers 6:5 | In slagen, in gevangenissen, in beroerten, in arbeid, in waken, in vasten, |
2 Corinthiers 11:27 | In arbeid en moeite, in waken menigmaal, in honger en dorst, in vasten menigmaal, in koude en naaktheid. |