Handelingen 26:13 | Zag ik, o koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende. |
Romeinen 3:16 | Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; |
Romeinen 3:17 | En den weg des vredes hebben zij niet gekend. |
Romeinen 11:33 | O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! |
1 Corinthiers 4:17 | Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve en getrouwe zoon is in den Heere, welke u zal indachtig maken mijn wegen, die in Christus zijn, gelijkerwijs ik alom in alle Gemeenten leer. |
1 Corinthiers 12:31 | Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is. |
1 Thessalonicensen 3:11 | Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte onzen weg tot u. |
Hebreeen 3:10 | Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. |
Hebreeen 9:8 | [Waarmede] de Heilige Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had; |
Hebreeen 10:20 | Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, [door] Zijn vlees; |
Jakobus 1:8 | Een dubbelhartig man [is] ongestadig in al zijn wegen. |
Jakobus 2:25 | En desgelijks ook Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd geweest, als zij de gezondenen heeft ontvangen, en door een anderen weg uitgelaten? |
Jakobus 5:20 | Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken. |
2 Petrus 2:2 | En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. |
2 Petrus 2:15 | Die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den [zoon] van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft; |
2 Petrus 2:21 | Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, [dien] gekend hebbende, [weder] afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. |
Judas 1:11 | Wee hun, want zij zijn de weg van Kain ingegaan, en door de verleiding van het loon van Balaam zijn zij henengestort, en zijn door de tegenspreking van Korach vergaan. |
Openbaring 15:3 | En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! |
Openbaring 16:12 | En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon [komen zullen]. |