Filippenzen 4:22 | Al de heiligen groeten u, en meest die van het huis des keizers zijn. |
1 Timotheus 5:13 | En meteen ook leren zij ledig omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen ledig, maar ook klapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende, hetgeen niet betaamt. |
2 Timotheus 2:20 | Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden [vaten]; en sommige ter ere, maar sommige ter onere. |
2 Timotheus 3:6 | Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden; |
2 Johannes 1:10 | Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet. |