Lukas 10:39 | En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde. |
Lukas 11:6 | Overmits mijn vriend van de reis tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; |
Lukas 11:22 | Maar als een daarover komt, die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt zijn gehele wapenrusting, daar hij op vertrouwde, en deelt zijn roof uit. |
Lukas 11:27 | En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw, de stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt gezogen. |
Lukas 12:1 | Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid. |
Lukas 12:2 | En er is niets bedekt, dat niet zal ontdekt worden, en verborgen, dat niet zal geweten worden. |
Lukas 12:3 | Daarom, al wat gij in de duisternis gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers, zal op de daken gepredikt worden. |
Lukas 12:8 | En Ik zeg u: Een iegelijk, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods. |
Lukas 12:10 | En een iegelijk, die [enig] woord spreken zal tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen den Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven worden. |
Lukas 12:12 | Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen [gij] spreken moet. |
Lukas 12:20 | Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn? |
Lukas 12:24 | Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven? |
Lukas 12:37 | Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen. |
Lukas 12:40 | Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen. |
Lukas 12:42 | En de Heere zeide: Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger, dien de heer over zijn dienstboden zal zetten, om [hun] ter rechter tijd het bescheiden deel spijze te geven? |
Lukas 12:43 | Zalig is de dienstknecht, welken zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende. |
Lukas 12:46 | Zo zal de heer deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met de ontrouwen. |
Lukas 12:48 | Maar die [denzelven] niet geweten heeft, en gedaan heeft [dingen], die slagen waardig zijn, die zal met weinige [slagen] geslagen worden. En een iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geeist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen. |
Lukas 12:50 | Maar Ik moet met een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik geperst, totdat het volbracht zij! |
Lukas 12:59 | Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken betaald zult hebben. |