G3956 πᾶς
ieder, elk, alles, het geheel, alle dingen

Bijbelteksten

Lukas 14:17En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed.
Lukas 14:18En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd.
Lukas 14:29Opdat niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten.
Lukas 14:33Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Lukas 15:1En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
Lukas 15:14En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden.
Lukas 15:31En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe.
Lukas 16:14En al deze dingen hoorden ook de Farizeen, die geldgierig waren, en zij beschimpten Hem.
Lukas 16:16De wet en de profeten [zijn] tot op Johannes; van dien tijd af wordt het Koninkrijk Gods verkondigd, en een iegelijk doet geweld op hetzelve.
Lukas 16:18Een iegelijk, die zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet overspel; en een iegelijk, die de verlatene van den man trouwt, die doet [ook] overspel.
Lukas 16:26En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die [daar zijn], van daar tot ons overkomen.
Lukas 17:10Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben [maar] gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen.
Lukas 18:12Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit.
Lukas 18:14Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, [meer] dan die; want een ieder, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.
Lukas 18:21En hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid aan.
Lukas 18:22Doch Jezus, dit horende, zeide tot hem: Nog een ding ontbreekt u; verkoop alles, wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij.
Lukas 18:28En Petrus zeide: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd.
Lukas 18:31En Hij nam de twaalven bij Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden aan den Zoon des mensen, wat geschreven is door de profeten.
Lukas 18:43En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, [dat] ziende, gaf Gode lof.
Lukas 19:7En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken