Mattheus 12:34 | Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond. |
Markus 8:8 | En zij hebben gegeten, en zijn verzadigd geworden, en zij namen het overschot der brokken op, zeven manden. |
Lukas 6:45 | De goede mens brengt het goede voort uit den goeden schat zijns harten; en de kwade mens brengt het kwade voort uit den kwaden schat zijns harten; want uit den overvloed des harten spreekt zijn mond. |
2 Corinthiers 8:13 | Want [dit zeg ik] niet, opdat anderen zouden verlichting hebben, en gij verdrukking; |
2 Corinthiers 8:14 | Maar [opdat] uit gelijkheid, in dezen tegenwoordigen tijd, uw overvloed [zij] om hun gebrek [te vervullen]; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek [te vervullen], opdat er gelijkheid worde. |