Mattheus 19:23 | En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan. |
Mattheus 19:24 | En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods. |
Mattheus 27:57 | En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. |
Markus 10:25 | Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods inga. |
Markus 12:41 | En Jezus, gezeten zijnde tegenover de schatkist, zag, hoe de schare geld wierp in de schatkist; en vele rijken wierpen veel [daarin]. |
Lukas 6:24 | Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg. |
Lukas 12:16 | En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; |
Lukas 14:12 | En Hij zeide ook tot dengene, die Hem genood had: Wanneer gij een middagmaal of avondmaal zult houden, zo roep niet uw vrienden, noch uw broeders, noch uw magen, noch [uw] rijke geburen; opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden, en u vergelding geschiede. |
Lukas 16:1 | En Hij zeide ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd, als die zijn goederen doorbracht. |
Lukas 16:19 | En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. |
Lukas 16:21 | En begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren. |
Lukas 16:22 | En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham. |
Lukas 18:23 | Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk. |
Lukas 18:25 | Want het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods inga. |
Lukas 19:2 | En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk; |
Lukas 21:1 | En opziende, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen. |
2 Corinthiers 8:9 | Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden. |
Efeziers 2:4 | Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, |
1 Timotheus 6:17 | Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch [hun] hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; |
Jakobus 1:10 | En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. |