Mattheus 13:17 | Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben [ze] niet gezien; en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben [ze] niet gehoord. |
Mattheus 13:32 | Hetwelk wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken. |
Mattheus 14:7 | Waarom hij haar met ede beloofde te geven, wat zij ook eisen zou. |
Mattheus 14:16 | Maar Jezus zeide tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft gij hun te eten. |
Mattheus 14:22 | En terstond dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten. |
Mattheus 14:28 | En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. |
Mattheus 14:29 | En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen. |
Mattheus 15:20 | Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet. |
Mattheus 15:26 | Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens [voor] te werpen. |
Mattheus 15:35 | En Hij gebood den scharen neder te zitten op de aarde. |
Mattheus 16:5 | En als Zijn discipelen op de andere zijde gekomen waren, hadden zij vergeten broden [mede] te nemen. |
Mattheus 16:21 | Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden. |
Mattheus 16:24 | Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. |
Mattheus 17:10 | En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen? |
Mattheus 17:19 | Toen kwamen de discipelen tot Jezus alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? |
Mattheus 18:7 | Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt! |
Mattheus 18:8 | Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt [zijnde], dan twee handen of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te worden. |
Mattheus 18:9 | En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden. |
Mattheus 18:13 | En indien het geschiedt, dat hij hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. |
Mattheus 18:25 | En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat [de schuld] zou betaald worden. |