1 Timotheus 4:1 | Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, |
2 Timotheus 2:12 | Indien wij verdragen, wij zullen ook met [Hem] heersen; indien wij [Hem] verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen; |
2 Timotheus 3:1 | En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. |
2 Timotheus 4:3 | Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; |
2 Timotheus 4:18 | En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Hebreeen 2:3 | Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die [Hem] gehoord hebben; |
Hebreeen 3:11 | Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! |
Hebreeen 4:3 | Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel [Zijn] werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren. |
Hebreeen 4:5 | En in deze [plaats] wederom: Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! |
Hebreeen 8:10 | Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. |
Hebreeen 10:16 | Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; |
Hebreeen 10:38 | Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo [iemand] zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. |
Hebreeen 12:14 | Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal; |
Hebreeen 13:23 | Weet, dat de broeder Timotheus losgelaten is, met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien. |
Jakobus 1:7 | Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere. |
Jakobus 1:10 | En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. |
Jakobus 1:12 | Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben. |
Jakobus 3:1 | Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen. |
Jakobus 4:7 | Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. |
Jakobus 5:3 | Uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen. |