Markus 5:4 | Want hij was menigmaal met boeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren van hem in stukken getrokken, en de boeien verbrijzeld, en niemand was machtig om hem te temmen. |
Markus 5:8 | (Want Hij zeide tot hem: Gij onreine geest, ga uit van den mens!) |
Markus 5:9 | En Hij vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn velen. |
Markus 5:10 | En hij bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond. |
Markus 5:18 | En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. |
Markus 5:20 | En hij ging heen, en begon te verkondigen in het [land] van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen. |
Markus 5:23 | En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; [ik bid U], dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven. |
Markus 5:24 | En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem. |
Markus 5:28 | Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden. |
Markus 5:30 | En terstond Jezus, bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? |
Markus 5:31 | En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt? |
Markus 5:40 | En zij belachten Hem; maar Hij, als Hij hen allen had uitgedreven, nam bij Zich den vader en de moeder des kinds, en degenen die met Hem [waren], en ging binnen, waar het kind lag. |
Markus 5:42 | En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren [oud]; en zij ontzetten zich met grote ontzetting. |
Markus 6:4 | En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd dan in zijn vaderland en onder [zijn] magen, en in zijn huis. |
Markus 6:6 | En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof, en omging de vlekken [daar] rondom, lerende. |
Markus 6:7 | En Hij riep tot Zich de twaalven, en begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. |
Markus 6:10 | En Hij zeide tot hen: Zo waar gij in een huis zult ingaan, blijft daar, totdat gij van daar uitgaat. |
Markus 6:12 | En uitgegaan zijnde, predikten zij, dat zij zich zouden bekeren. |
Markus 6:13 | En zij wierpen vele duivelen uit, en zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond. |
Markus 6:14 | En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem. |