Mattheus 3:1 | En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea, |
Mattheus 3:9 | En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. |
Mattheus 3:10 | En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. |
Mattheus 3:13 | Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. |
Mattheus 3:14 | Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? |
Mattheus 5:14 | Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. |
Mattheus 5:32 | Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel. |
Mattheus 5:36 | Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken; |
Mattheus 6:24 | Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon. |
Mattheus 6:27 | Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? |
Mattheus 7:15 | Maar wacht [u] van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. |
Mattheus 7:18 | Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. |
Mattheus 8:2 | En ziet, een melaatse kwam, en aanbad Hem, zeggende: Heere! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. |
Mattheus 8:9 | Want ik ben ook een mens onder de macht [van anderen], hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga! en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. |
Mattheus 9:4 | En Jezus, ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? |
Mattheus 9:14 | Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de Farizeen veel, en Uw discipelen vasten niet? |
Mattheus 9:15 | En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten. |
Mattheus 9:16 | Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur. |
Mattheus 9:28 | En als Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden tot Hem. En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere! |
Mattheus 10:40 | Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. |