H345 אַיָּה
Ajja, Aja

Bijbelteksten

Genesis 36:24En dit zijn de zonen van Zibeon: Aja en Ana, hij is die Ana, die de muilen in de woestijn gevonden heeft, toen hij de ezels van zijn vader Zibeon weidde.
2 Samuel 3:7Saul nu had een bijwijf gehad, welker naam was Rizpa, dochter van Aja; en [Isboseth] zeide tot Abner: Waarom zijt gij ingegaan tot mijns vaders bijwijf?
2 Samuel 21:8Maar de koning nam de twee zonen van Rizpa, dochter van Aja, die zij Saul gebaard had, Armoni en Mefiboseth; daartoe de vijf zonen van Michals [zuster], Sauls dochter, die zij Adriel, den zoon van Barzillai, den Meholathiet, gebaard had;
2 Samuel 21:10Toen nam Rizpa, de dochter van Aja, een zak, en spande dien voor zich uit op een rotssteen, van het begin van den oogst, totdat er water op hen drupte van den hemel; en zij liet het gevogelte des hemels op hen niet rusten des daags, noch het gedierte van het veld des nachts.
2 Samuel 21:11En het werd David aangezegd, wat Rizpa, de dochter van Aja, Sauls bijwijf, gedaan had.
1 Kronieken 1:40De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech