H551 אׇמְנָם
trouwens, waarlijk, o zeker, waar, ik weet dat het, maar ook, het zij, voorwaar, weliswaar, werkelij

Bijbelteksten

Ruth 3:12Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.
2 Koningen 19:17Waarlijk, HEERE, hebben de koningen van Assyrie die heidenen en hun land verwoest;
Job 9:2Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God?
Job 12:2Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!
Job 19:4Maar ook het zij waarlijk, dat ik gedwaald heb, mijn dwaling zal bij mij vernachten.
Job 19:5Indien gijlieden waarlijk u verheft tegen mij, en mijn smaad tegen mij drijft;
Job 34:12Ook waarlijk, God handelt niet goddelooslijk, en de Almachtige verkeert het recht niet.
Job 36:4Want voorwaar, mijn woorden zullen geen valsheid zijn; een, die oprecht is van gevoelen, is bij u.
Jesaja 37:18Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken