2 Kronieken 5:6 | De koning Salomo nu, en de ganse vergadering van Israel, die bij hem vergaderd waren voor de ark, offerden schapen en runderen, die vanwege de menigte niet konden geteld noch gerekend worden. |
2 Kronieken 5:7 | Alzo brachten de priesters de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. |
2 Kronieken 5:8 | Want de cherubim spreidden de beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven. |
2 Kronieken 5:9 | Daarna schoven zij de handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden uit de ark, voor aan de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij was daar tot op dezen dag. |
2 Kronieken 5:10 | Er was niets in de ark, dan alleen de twee tafelen, die Mozes bij Horeb [daarin] gedaan had als de HEERE [een verbond] maakte met de kinderen Israels, toen zij uit Egypte uitgetogen waren. |
2 Kronieken 6:11 | En ik heb daar de ark gesteld, waarin het verbond des HEEREN is, hetwelk Hij maakte met de kinderen Israels. |
2 Kronieken 6:41 | En nu, HEERE God, maak U op tot Uw rust, Gij en de ark Uwer kracht; laat Uw priesters, HEERE God, met heil bekleed worden, en laat Uw gunstgenoten over het goede blijde zijn. |
2 Kronieken 8:11 | Salomo nu deed de dochter van Farao opkomen uit de stad Davids, tot het huis, dat hij voor haar gebouwd had; want hij zeide: Mijn vrouw zal in het huis van David, den koning van Israel, niet wonen, omdat de [plaatsen] heilig zijn, tot dewelke de ark des HEEREN gekomen is. |
2 Kronieken 24:8 | En de koning gebood, en zij maakten een kist, en stelden die buiten aan de poort van het huis des HEEREN. |
2 Kronieken 24:10 | Toen verblijdden zich alle oversten en al het volk, en zij brachten in, en wierpen in de kist, totdat men voleind had. |
2 Kronieken 24:11 | Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de bestelde van de hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan haar plaats; alzo deden zij van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte; |
2 Kronieken 35:3 | En hij zeide tot de Levieten, die gans Israel onderwezen, die den HEERE heilig waren: Zet de heilige ark in het huis, hetwelk Salomo, de zoon van David, de koning van Israel, gebouwd heeft; gij hebt geen last op de schouderen; dient nu den HEERE, uw God, en Zijn volk Israel; |
Psalm 132:8 | Sta op, HEERE! tot Uw rust, Gij en de ark Uwer sterkte! |
Jeremia 3:16 | En het zal geschieden, wanneer gij vermenigvuldigd en vruchtbaar zult geworden zijn in het land, in die dagen, spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen: De ark des verbonds des HEEREN, ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen aan haar niet gedenken, en [haar] niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. |