Jozua 11:22 | Er bleef niemand van de Enakieten over in het land der kinderen Israels; alleenlijk bleven zij over te Gaza, te Gath, en te Asdod. |
Jozua 15:46 | Van Ekron, en naar de zee toe; alle, die aan de zijde van Asdod zijn, en haar dorpen; |
Jozua 15:47 | Asdod, haar onderhorige plaatsen en haar dorpen; Gaza, haar onderhorige plaatsen en haar dorpen, tot aan de rivier van Egypte; en de grote zee, en [haar] landpale. |
1 Samuel 5:1 | De Filistijnen nu namen de ark Gods, en zij brachten ze van Eben-haezer tot Asdod. |
1 Samuel 5:5 | Daarom treden de priesters van Dagon, en allen, die in het huis van Dagon komen, niet op den dorpel van Dagon te Asdod, tot op dezen dag. |
1 Samuel 5:6 | Doch de hand des HEEREN was zwaar over die van Asdod, en verwoestte hen; en Hij sloeg ze met spenen, Asdod en haar landpalen. |
1 Samuel 5:7 | Toen nu de mannen te Asdod zagen, dat het alzo [toeging], zo zeiden zij: Dat de ark des Gods van Israel bij ons niet blijve; want Zijn hand is hard over ons, en over Dagon, onzen god. |
1 Samuel 6:17 | Dit nu zijn de gouden spenen, die de Filistijnen aan den HEERE ten schuldoffer vergolden hebben: Voor Asdod een, voor Gaza een, voor Askelon een, voor Gath een, voor Ekron een. |
2 Kronieken 26:6 | Want hij toog uit, en krijgde tegen de Filistijnen, en brak den muur van Gath, en den muur van Jabne, en den muur van Asdod; daartoe bouwde hij steden in Asdod, en onder de Filistijnen. |
Jesaja 20:1 | In het jaar, toen Tartan naar Asdod kwam, als hem Sargon, de koning van Assyrie gezonden had, toen hij krijg voerde tegen Asdod, en het innam; |
Jeremia 25:20 | En den gansen gemengden hoop, en allen koningen des lands van Uz; en allen koningen van der Filistijnen land, en Askelon, en Gaza, en Ekron, en het overblijfsel van Asdod; |
Amos 1:8 | En Ik zal den inwoner uitroeien uit Asdod, en dien, die den scepter houdt, uit Askelon; en Ik zal Mijn hand wenden tegen Ekron, en het overblijfsel der Filistijnen zal vergaan, zegt de Heere HEERE. |
Amos 3:9 | Doet het horen in de paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland, en zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de grote beroerten in het midden van haar, en de verdrukten binnen in haar. |
Sefanja 2:4 | Want Gaza zal verlaten wezen, en Askelon zal ter verwoesting wezen; Asdod zal men in den middag verdrijven, en Ekron zal uitgeworteld worden. |
Zacharia 9:6 | En de bastaard zal te Asdod wonen, en Ik zal den hoogmoed der Filistijnen uitroeien. |