Genesis 10:8 | En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde. |
Genesis 10:11 | Uit ditzelve land is Assur uitgegaan, en heeft gebouwd Nineve, en Rehoboth, Ir, en Kalach. |
Genesis 10:12 | En Resen, tussen Nineve en tussen Kalach; deze is die grote stad. |
Genesis 10:13 | En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten, |
Genesis 10:14 | En de Pathrusieten, en de Casluchieten, van waar de Filistijnen uitgekomen zijn, en de Caftorieten. |
Genesis 10:15 | En Kanaan gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth, |
Genesis 10:16 | En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet, |
Genesis 10:17 | En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet, |
Genesis 10:18 | En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaanieten verspreid. |
Genesis 10:24 | En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber. |
Genesis 10:26 | En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hatsarmaveth, en Jarach, |
Genesis 10:27 | En Hadoram, en Usal, en Dikla, |
Genesis 10:28 | En Obal, en Abimael, en Scheba, |
Genesis 10:29 | En Ofir, en Havila, en Jobab; deze allen waren zonen van Joktan. |
Genesis 11:5 | Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden. |
Genesis 11:8 | Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen. |
Genesis 11:10 | Deze zijn de geboorten van Sem: Sem was honderd jaren oud, en gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed. |
Genesis 11:11 | En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 11:12 | En Arfachsad leefde vijf en dertig jaren, en hij gewon Selah. |
Genesis 11:13 | En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |