Psalm 5:10 | Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij. |
Psalm 69:4 | Ik ben vermoeid van mijn roepen, mijn keel is ontstoken, mijn ogen zijn bezweken, daar ik ben hopende op mijn God. |
Psalm 115:7 | Hun handen [hebben zij,] maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel. |
Psalm 149:6 | De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand; |
Jesaja 3:16 | Verder zegt de HEERE: Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden waren. |
Jesaja 58:1 | Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jakobs hun zonden. |
Ezechiel 16:11 | Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals. |