H1979 הֲלִיכָה
reisgezelschappen, gang, de gangen der eeuw, hun vaart, gangen, de, feeststoet, hun tochten
Job 6:19 | De reizigers van Thema zien ze, de wandelaars van Scheba wachten op haar. |
Psalm 68:25 | O God! zij hebben Uw gangen gezien, de gangen mijns Gods, mijns Konings, in het heiligdom. |
Spreuken 31:27 | [Tsade.] Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet. |
Nahum 2:5 | Hij zal aan zijn voortreffelijken gedenken, [doch] zij zullen struikelen in hun tochten; zij zullen haasten naar hun muur, als het beschutsel vaardig zal wezen. |
Habakuk 3:6 | Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne. |