H2796 חָרָשׁ
vakman, werklieden, handwerkslieden, handwerker, smedenwerk, smeder, smid, werkmeester, maken, timmerman
Exodus 28:11 | Naar steensnijderswerk, gelijk men de zegelen graveert, zult gij deze twee stenen graveren, met de namen der zonen van Israel; gij zult ze maken, dat zij omvat zijn in gouden kastjes. |
Exodus 35:35 | Hij heeft hen vervuld met wijsheid des harten, om te maken alle werk eens werkmeesters, en des allervernuftigsten [handwerkers], en des borduurders in hemelsblauw, en in purper, in scharlaken, en in fijn linnen, en des wevers; makende alle werk, en bedenkende vernuftigen arbeid. |
Exodus 38:23 | En met hem Aholiab, de zoon van Ahisamach, van den stam van Dan, een werkmeester en vernuftig kunstenaar, en een borduurder in hemelsblauw, en in purper, en in scharlaken, en in fijn linnen. |
Deuteronomium 27:15 | Vervloekt zij de man, die een gesneden of gegoten beeld, een gruwel des HEEREN, een werk van 's werkmeesters handen, zal maken, en zetten in het verborgene! En al het volk zal antwoorden en zeggen: Amen. |
1 Samuel 13:19 | En er werd geen smid gevonden in het ganse land van Israel; want de Filistijnen hadden gezegd: Opdat de Hebreen geen zwaard noch spies maken. |
2 Samuel 5:11 | En Hiram, de koning van Tyrus, zond boden tot David, en cederenhout, en timmerlieden, en metselaars; en zij bouwden David een huis. |
2 Koningen 12:11 | En zij gaven het geld wel gewogen in handen der verzorgers van dat werk, die gesteld waren over het huis des HEEREN; en zij besteedden het uit aan de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN vermaakten; |
2 Koningen 22:6 | Aan de timmerlieden en de bouwlieden, en de metselaars, en om hout en gehouwene stenen te kopen, om het huis te beteren. |
2 Koningen 24:14 | En hij voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders al de vorsten, en alle strijdbare helden, tien duizend gevangenen, en alle timmerlieden en smeden; niemand werd overgelaten, dan het arme volk des lands. |
2 Koningen 24:16 | En alle kloeke mannen tot zeven duizend, en timmerlieden en smeden tot een duizend, [en] alle helden, die ten oorlog geoefend waren; dezen bracht de koning van Babel gevankelijk naar Babel. |
1 Kronieken 4:14 | En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des dals der werkmeesters; want zij waren werkmeesters. |
1 Kronieken 14:1 | Toen zond Hiram, de koning van Tyrus, boden tot David, en cederenhout, en metselaars, en timmerlieden, dat zij hem een huis bouwden. |
1 Kronieken 22:15 | Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk. |
1 Kronieken 29:5 | Goud tot de gouden, en zilver tot de zilveren [vaten], en tot alle werk, door de hand der werkmeesteren [te maken]. En wie is er willig, heden zijn hand den HEERE te vullen? |
2 Kronieken 24:12 | Hetwelk de koning en Jojada gaven aan degenen, die het werk van den dienst van het huis des HEEREN verzorgden; en zij huurden houwers en timmerlieden, om het huis des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer en koper, om het huis des HEEREN te beteren. |
2 Kronieken 34:11 | Want zij gaven het den werkmeesters en den bouwlieden, om gehouwen stenen te kopen, en hout tot de samenvoegingen, en om de huizen te zolderen, die de koningen van Juda verdorven hadden. |
Ezra 3:7 | Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om cederhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen. |
Jesaja 3:3 | Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze onder de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale is. |
Jesaja 40:19 | De werkmeester giet een beeld, en de goudsmid overtrekt het met goud, en giet er zilveren ketenen [toe]. |
Jesaja 40:20 | Die verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die kiest een hout uit, [dat] niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester, om een beeld te bereiden, [dat] niet wankele. |