H3051 יָהַב
geven, voorzien, toeschrijven, komen

Bijbelteksten

Job 6:22Heb ik gezegd: Brengt mij, en geeft geschenken voor mij van uw vermogen?
Psalm 29:1Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte.
Psalm 29:2Geeft den HEERE de eer Zijns Naams, aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms.
Psalm 60:13Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid.
Psalm 96:7Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en sterkte.
Psalm 96:8Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven.
Psalm 108:13Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid.
Spreuken 30:15De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; [ja,] vier zeggen niet: Het is genoeg!
Zacharia 11:12Want ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig zilverlingen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech