Numeri 7:10 | En de oversten offerden ter inwijding des altaars, op den dag als hetzelve gezalfd werd; de oversten dan offerden hun offeranden voor het altaar. |
Numeri 7:11 | En de HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal (een iegelijk op zijn dag) zijn offerande offeren, ter inwijding des altaars. |
Numeri 7:12 | Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda. |
Numeri 7:18 | Op den tweeden dag offerde Nethaneel, de zoon van Zuar, de overste van Issaschar. |
Numeri 7:24 | Op den derden dag [offerde] de overste der zonen van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon. |
Numeri 7:30 | Op den vierden dag [offerde] de overste der kinderen van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur. |
Numeri 7:36 | Op den vijfden dag [offerde] den overste der kinderen van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai. |
Numeri 7:42 | Op den zesden dag [offerde] de overste der kinderen van Gad, Eljasaf, den zoon van Dehuel. |
Numeri 7:48 | Op den zevenden dag [offerde] de overste der kinderen van Efraim, Elisama, den zoon van Ammihud. |
Numeri 7:54 | Op den achtsten dag [offerde] de overste der kinderen van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur. |
Numeri 7:60 | Op den negenden dag [offerde] de overste der kinderen van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni. |
Numeri 7:66 | Op den tienden dag [offerde] de overste der kinderen van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai. |
Numeri 7:72 | Op den elfden dag [offerde] de overste der kinderen van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran. |
Numeri 7:78 | Op den twaalfden dag [offerde] de overste der kinderen van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan. |
Numeri 7:84 | Dit was de inwijding des altaars van de oversten van Israel, op den dag als hetzelve gezalfd werd: twaalf zilveren schotels, twaalf zilveren sprengbekkens, twaalf gouden reukschalen. |
Numeri 8:17 | Want alle eerstgeborene onder de kinderen Israels is Mijn, onder de mensen en onder de beesten; ten dage dat Ik alle eerstgeboorte in Egypteland sloeg, heb Ik dezelve Mij geheiligd. |
Numeri 9:3 | Op den veertienden dag in deze maand, tussen twee avonden zult gij dat houden, op zijn gezetten tijd; naar al zijn inzettingen, en naar al zijn rechten zult gij dat houden. |
Numeri 9:5 | En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinaï; naar alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israëls. |
Numeri 9:6 | Toen waren er lieden geweest, die over het dode lichaam eens mensen onrein waren, en op denzelven dag het pascha niet hadden kunnen houden; daarom naderden zij voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Aaron op dienzelven dag. |
Numeri 9:11 | In de tweede maand, op den veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij dat houden; met ongezuurde [broden] en bittere saus zullen zij dat eten. |