Genesis 2:7 | En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. |
Genesis 2:8 | Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar den mens, dien Hij geformeerd had. |
Genesis 2:19 | Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. |
Exodus 32:4 | En hij nam ze uit hun hand, en hij bewierp het met een griffie, en hij maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden zij: Dit zijn uw goden, Israel! die u uit Egypteland opgevoerd hebben. |
2 Samuel 17:28 | Beddewerk, en schalen, en aarden vaten, en tarwe, en gerst, en meel, en geroost [koren], en bonen, en linzen, ook geroost, |
2 Koningen 19:25 | Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb en dat van oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen. |
1 Kronieken 4:23 | Dezen waren pottenbakkers, wonende bij plantages en tuinen; zij zijn daar gebleven bij den koning in zijn werk. |
Psalm 2:9 | Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. |
Psalm 33:15 | Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken. |
Psalm 74:17 | Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd. |
Psalm 94:9 | Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen? |
Psalm 94:20 | Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting? |
Psalm 95:5 | Wiens ook de zee is, want Hij heeft ze gemaakt; en Zijn handen hebben het droge geformeerd. |
Psalm 104:26 | Daar wandelen de schepen, [en] de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, [om] daarin te spelen. |
Psalm 139:16 | Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was. |
Jesaja 22:11 | Ook zult gij een gracht maken tussen beide de muren, voor de wateren des ouden vijvers; maar gij zult niet opwaarts zien op Dien, Die zulks gedaan heeft, noch aanmerken Dien, Die dat van [verre tijden] geformeerd heeft. |
Jesaja 27:11 | Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, [en] de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. |
Jesaja 29:16 | Ulieder omkeren is, alsof de pottenbakker geacht werd als leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde vat van zijn pottenbakker zeide: Hij verstaat het niet. |
Jesaja 30:14 | Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht. |
Jesaja 37:26 | Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen. |