H3498 יָתַר
overgelatene, overlaten, achterblijven, overblijven, overhouden, overig
Genesis 30:36 | En hij stelde een weg van drie dagen tussen hem, en tussen Jakob; en Jakob weidde de overige kudde van Laban. |
Genesis 32:24 | Doch Jakob bleef alleen over; en een man worstelde met hem, totdat de dageraad opging. |
Genesis 44:20 | Zo zeiden wij tot mijn heer: Wij hebben een ouden vader, en een jongeling des ouderdoms, den kleinsten, wiens broeder dood is, en hij is alleen van zijn moeder overgebleven, en zijn vader heeft hem lief. |
Genesis 49:4 | Snelle afloop als der wateren, gij zult de voortreffelijkste niet zijn! want gij hebt uws vaders leger beklommen; toen hebt gij [het] geschonden; hij heeft mijn bed beklommen! |
Exodus 10:15 | Want zij bedekten het gezicht des gansen lands, alzo dat het land verduisterd werd; en zij aten al het kruid des lands op, en al de vruchten der bomen, die de hagel had overgelaten; en er bleef niets groens aan de bomen, noch aan de kruiden des velds, in het ganse Egypteland. |
Exodus 12:10 | Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot den morgen; maar hetgeen daarvan overblijft tot den morgen, zult gij met vuur verbranden. |
Exodus 16:19 | En Mozes zeide tot hen: Niemand late daarvan over tot den morgen. |
Exodus 16:20 | Doch zij hoorden niet naar Mozes, maar sommige mannen lieten daarvan over tot den morgen. Toen wiesen er wormen in, en het werd stinkende; dies werd Mozes zeer toornig op hen. |
Exodus 28:10 | Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op den anderen steen, naar hun geboorten; |
Exodus 29:34 | En indien er [wat] overblijven zal van het vlees der vulofferen, of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten worden, want het is heilig. |
Exodus 36:7 | Want der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te maken was; ja, er was over. |
Leviticus 2:3 | Wat nu overblijft van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuurofferen des HEEREN. |
Leviticus 2:10 | En wat overblijft van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuurofferen des HEEREN. |
Leviticus 6:16 | En het overblijvende daarvan zullen Aaron en zijn zonen eten; ongezuurd zal het gegeten worden in de heilige plaats; in den voorhof van de tent der samenkomst zullen zij dat eten. |
Leviticus 7:16 | En zo het slachtoffer zijner offerande een gelofte, of vrijwillig offer is, dat zal ten dage als hij zijn offer offeren zal, gegeten worden, en het overgeblevene daarvan zal ook des anderen daags gegeten worden. |
Leviticus 7:17 | Wat nog van het vlees des slachtoffers overgebleven is, zal op den derden dag met vuur verbrand worden; |
Leviticus 8:32 | Maar het overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur verbranden. |
Leviticus 10:12 | En Mozes sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn overgebleven zonen: Neemt het spijsoffer, dat van de vuurofferen des HEEREN overgebleven is, en eet hetzelve ongezuurd bij het altaar; want het is een heiligheid der heiligheden. |
Leviticus 10:16 | En Mozes zocht zeer naarstiglijk den bok des zondoffers; en ziet, hij was verbrand. Dies was hij op Eleazar en op Ithamar, de overgebleven zonen van Aaron, zeer toornig, zeggende: |
Leviticus 14:18 | Dat nog overgebleven zal zijn van die olie, die in de hand des priesters geweest is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen is; zo zal de priester over hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. |