H3730 כַּפְתֹּר
granaatappelen, kapiteel, knoppen, knopen
Exodus 25:31 | Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn. |
Exodus 25:33 | In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan. |
Exodus 25:34 | Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen. |
Exodus 25:35 | En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande; alzo zal het zijn] met de zes rieten, die uit den kandelaar uitgaan. |
Exodus 25:36 | Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig dicht werk van louter goud zijn. |
Exodus 37:17 | Hij maakte ook een kandelaar van louter goud. Van dicht werk maakte hij dezen kandelaar, zijn schacht, en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen waren uit hem. |
Exodus 37:19 | In het ene riet waren drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo waren die zes rieten, die uit den kandelaar gingen. |
Exodus 37:20 | Maar aan den kandelaar zelven waren vier schaaltjes, [gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen. |
Exodus 37:21 | En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande;] nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven [uitgaande; alzo was het] met de zes rieten, die uit denzelven uitgingen. |
Exodus 37:22 | Hun knopen en rieten waren uit hem; het was altemaal een enig dicht werk van louter goud. |
Amos 9:1 | Ik zag den Heere staan op het altaar, en Hij zeide: Sla dien knoop, dat de posten beven, en doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun achterste met het zwaard doden; en vliedende zal onder hen niet ontvlieden, noch de ontkomende onder hen behouden worden. |
Sefanja 2:14 | En in het midden van haar zullen den kudden legeren, al het gedierte der volken; ook de roerdomp, ook de nachtuil zullen op haar granaatappelen vernachten; een stem zal in het venster zingen, verwoesting zal in den dorpel zijn, als Hij haar cederwerk zal ontbloot hebben. |