Psalm 31:14 | Want ik hoorde de naspraak van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te zamen tegen mij raadslaan; zij denken mijn ziel te nemen. |
Jesaja 31:9 | En hij zal van vreze doorgaan [naar] zijn rotssteen, en zijn vorsten zullen voor de banier verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem een oven heeft. |
Jeremia 6:25 | Gaat niet uit in het veld, noch wandelt op den weg; want des vijands zwaard is er, schrik van rondom! |
Jeremia 20:4 | Want zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel u tot een schrik voor uzelven en voor al uw liefhebbers; die zullen vallen door het zwaard hunner vijanden, dat het uw ogen aanzien; en Ik zal gans Juda geven in de hand des konings van Babel, die hen naar Babel gevankelijk zal wegvoeren, en slaan hen met het zwaard. |
Jeremia 20:10 | Want ik heb gehoord de naspraak van velen, van Magor-missabib, [zeggende]: Geef [ons] te kennen, en wij zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten nemen acht op mijn hinking; [zij zeggen:] Misschien zal hij overreed worden, dan zullen wij hem overmogen, en onze wraak van hem nemen. |
Jeremia 46:5 | Waarom zie Ik, [dat] zij versaagd [en] achterwaarts gedreven zijn? Zelfs hun helden zijn verslagen, en nemen de vlucht, en zien niet om; er is schrik van rondom, spreekt de HEERE. |
Jeremia 49:29 | Zij zullen hun tenten en hun kudden nemen, hun gordijnen en al hun gereedschap, en hun kemelen voor zich wegnemen; en zij zullen tegen hen uitroepen: Schrik van rondom! |
Klaagliederen 2:22 | [Thau.] Gij hebt mijn verschrikkingen van rondom geroepen, als [tot] een dag eens gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen of overgebleven; die ik op de handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht. |