H4503 מִנְחָה
meat, present, oblation, gift, offering, sacrifice
2 Kronieken 17:5 | En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom en eer in menigte. |
2 Kronieken 17:11 | En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd bokken. |
2 Kronieken 26:8 | En de Ammonieten gaven Uzzia geschenken; en zijn naam ging tot den ingang van Egypte, want hij sterkte zich ten hoogste. |
2 Kronieken 32:23 | En velen brachten geschenken tot den HEERE te Jeruzalem, en kostelijkheden tot Jehizkia, den koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenen verheven werd. |
Ezra 9:4 | Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israels beefden, om de overtreding der weggevoerden; doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer. |
Ezra 9:5 | En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieen, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God. |
Nehemia 10:33 | Tot het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening te doen over Israel; en [tot] alle werk van het huis onzes Gods. |
Nehemia 13:5 | En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden het spijsoffer, den wierook en de vaten, en de tienden van koren, van most en van olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren. |
Nehemia 13:9 | Voorts gaf ik bevel, en zij reinigden de kameren; en ik bracht daar weder in de vaten van Gods huis, met het spijsoffer en den wierook. |
Psalm 20:4 | Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela. |
Psalm 40:7 | Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. |
Psalm 45:13 | En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken. |
Psalm 72:10 | De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. |
Psalm 96:8 | Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. |
Psalm 141:2 | Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen [als] het avondoffer. |
Jesaja 1:13 | Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, [en] het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. |
Jesaja 19:21 | En de HEERE zal den Egyptenaren bekend worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen [Hem] dienen [met] slachtoffer, en spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. |
Jesaja 39:1 | Te dien tijd zond Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank geweest en [weder] sterk geworden was. |
Jesaja 43:23 | Mij hebt gij niet gebracht het kleine vee uwer brandofferen, en [met] uw slachtofferen hebt gij Mij niet geeerd; Ik heb u [Mij] niet doen dienen met spijsoffer, en Ik heb u niet vermoeid met wierook. |
Jesaja 57:6 | Aan de gladde [stenen] der beken is uw deel, die, die zijn uw lot; ook stort gij denzelven drankoffer uit, gij offert hun spijsoffer; zou Ik Mij over deze dingen troosten laten? |