Numeri 29:3 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot den var, twee tienden tot den ram. |
Numeri 29:9 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot den var, twee tienden tot den enen ram; |
Numeri 29:14 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, tot die dertien varren toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen; |
1 Koningen 4:22 | De spijze nu van Salomo was voor een dag, dertig kor meelbloem, en zestig kor meel; |
2 Koningen 7:1 | Toen zeide Elisa: Hoort het woord des HEEREN; zo zegt de HEERE: Morgen omtrent dezen tijd zal een maat meelbloem [verkocht] worden voor een sikkel, en twee maten gerst voor een sikkel, in de poort van Samaria. |
2 Koningen 7:16 | Toen ging het volk uit, en beroofde het leger der Syriers; en een maat meelbloem werd [verkocht] voor een sikkel, en twee maten gerst voor een sikkel, naar het woord des HEEREN. |
2 Koningen 7:18 | Want het was geschied, gelijk de man Gods gesproken had tot den koning, zeggende: Morgen omtrent dezen tijd zullen twee maten gerst voor een sikkel, en een maat meelbloem voor een sikkel [verkocht] worden, in de poort van Samaria. |
1 Kronieken 9:29 | Want uit dezelve zijn er besteld over de vaten, en over al de heilige vaten, en over de meelbloem, en wijn, en olie, en wierook, en specerij. |
1 Kronieken 23:29 | Te weten tot het brood der toerichting, en tot de meelbloem ten spijsoffer, en tot ongezuurde vladen, en tot de pannen, en tot het gerooste, en tot alle mate en afmeting; |
Ezechiel 16:13 | Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon, en waart voorspoedig, dat gij een koninkrijk werdt. |
Ezechiel 16:19 | En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, [waarmede] Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE. |
Ezechiel 46:14 | En gij zult [ten] spijsoffer daarop doen, alle morgens een zesde deel van een efa, en olie een derde deel van een hin, om de meelbloem te bedruipen; [tot] een spijsoffer den HEERE, [tot] eeuwige inzettingen, geduriglijk. |