Genesis 26:16 | Ook zeide Abimelech tot Izak: Trek van ons; want gij zijt veel machtiger geworden, dan wij. |
Exodus 1:7 | Zo werden de kinderen Israels vruchtbaar en wiesen overvloedig, en zij vermeerderden, en werden gans zeer machtig, zodat het land met hen vervuld werd. |
Exodus 1:20 | Daarom deed God aan de vroedvrouwen goed; en dat volk vermeerderde, en het werd zeer machtig. |
Psalm 38:20 | Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot. |
Psalm 40:6 | Gij, o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen. |
Psalm 40:13 | Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven; mijn ongerechtigheden hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten. |
Psalm 69:5 | Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven. |
Psalm 105:24 | En Hij deed Zijn volk zeer wassen, en maakte het machtiger dan Zijn tegenpartijders. |
Psalm 139:17 | Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten! hoe machtig veel zijn haar sommen! |
Jesaja 29:10 | Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, [en] de zieners heeft Hij verblind. |
Jesaja 31:1 | Wee dengenen, die in Egypte om hulp aftrekken, en steunen op paarden, en vertrouwen op wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op den Heilige Israels, en zoeken den HEERE niet. |
Jesaja 33:15 | Die in gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen verwerpt; die zijn handen uitschudt, dat zij geen geschenken behouden; die zijn oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore, en zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie; |
Jeremia 5:6 | Daarom heeft hen een leeuw uit het woud verslagen, een wolf der wildernissen zal hen verwoesten; een luipaard waakt tegen hun steden; al wie uit dezelve uitgaat, zal verscheurd worden; want hun overtredingen zijn vermenigvuldigd, hun afkeringen zijn machtig veel geworden. |
Jeremia 15:8 | Hun weduwen zijn Mij meerder geworden dan zand der zeeen; Ik heb hun over de moeder doen komen een jongeling, een verwoester op den middag; Ik heb [hem] haastelijk hen doen overvallen, de stad met verschrikkingen. |
Jeremia 30:14 | Al uw liefhebbers hebben u vergeten, zij vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen [met] eens vijands plage, [met] de kastijding eens wreden; om de grootheid uwer ongerechtigheid, [omdat] uw zonden machtig veel zijn. |
Jeremia 30:15 | Wat krijt gij over uw breuk, [dat] uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, [omdat] uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. |
Jeremia 50:17 | Israel is een verbijsterd lam, [dat] de leeuwen verjaagd hebben; de eerste, [die] hem heeft opgegeten, was de koning van Assur, en deze de laatste, Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft hem de beenderen verbrijzeld. |
Daniel 8:8 | En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels. |
Daniel 8:24 | En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven: |
Daniel 11:23 | En na de vereniging met hem zal hij bedrog plegen, en hij zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt worden. |