Exodus 26:5 | Vijftig striklisjes zult gij aan de ene gordijn maken, en vijftig striklisjes zult gij maken aan het uiterste der gordijn, dat aan de tweede samenvoegende is; deze striklisjes zullen het ene aan het andere samenvatten. |
Exodus 26:6 | Gij zult ook vijftig gouden haakjes maken, en zult de gordijnen samenvoegen, de ene aan de andere, met deze haakjes, opdat het een tabernakel zij. |
Exodus 26:7 | Ook zult gij gordijnen uit geiten[haar] maken tot een tent over den tabernakel; van elf gordijnen zult gij die maken. |
Exodus 26:10 | En gij zult vijftig striklisjes maken aan den kant van de ene gordijn, het uiterste in de samenvoeging, en vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn, die de tweede samenvoegende [is]. |
Exodus 26:11 | Gij zult ook vijftig koperen haakjes maken, en gij zult de haakjes in de striklisjes doen, en gij zult de tent samenvoegen, dat zij een zij. |
Exodus 26:14 | Gij zult ook voor de tent een deksel maken van roodgeverfde ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen. |
Exodus 26:15 | Gij zult ook tot den tabernakel staande berderen maken van sittimhout. |
Exodus 26:17 | Twee houvasten zal een berd hebben, als sporten in een ladder gezet, het ene nevens het andere; alzo zult gij het met al de berderen des tabernakels maken. |
Exodus 26:18 | En de berderen tot den tabernakel zult gij [aldus] maken: twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts. |
Exodus 26:19 | Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten. |
Exodus 26:22 | Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen zult gij zes berderen maken. |
Exodus 26:23 | Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden. |
Exodus 26:26 | Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen van de ene zijde des tabernakels; |
Exodus 26:29 | En gij zult de berderen met goud overtrekken, en hun ringen (de plaatsen voor de richelen) zult gij van goud maken; de richelen zult gij ook met goud overtrekken. |
Exodus 26:31 | Daarna zult gij een voorhang maken, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het allerkunstelijkste werk zal men dien maken, met cherubim. |
Exodus 26:36 | Gij zult ook aan de deur der tent een deksel maken, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk. |
Exodus 26:37 | En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim[hout] maken, en die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en gij zult hun vijf koperen voeten gieten. |
Exodus 27:1 | Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte. |
Exodus 27:2 | En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken; uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper overtrekken. |
Exodus 27:3 | Gij zult het ook potten maken, om zijn as te ontvangen, ook zijn schoffelen, en zijn besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn koolpannen; al zijn gereedschap zult gij van koper maken. |