H7494 רַעַשׁ
rushing, fierceness, confused noise, aardbeving,

Bijbelteksten

1 Koningen 19:11En Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN. En ziet, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, voor den HEERE henen; [doch] de HEERE was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; de HEERE was [ook] in de aardbeving niet;
1 Koningen 19:12En na de aardbeving een vuur; de HEERE was [ook] in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.
Job 39:27Met schudding en beroering slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is het geluid der bazuin.
Job 41:20De werpstenen worden [van hem] geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling der lans.
Jesaja 9:4Toen de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden, [tot] een voedsel des vuurs.
Jesaja 29:6Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht worden met donder, en met aardbeving, en groot geluid, [met] wervelwind, en onweder, en de vlam eens verterenden vuurs.
Jeremia 10:22Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken.
Jeremia 47:3Vanwege het geluid van het geklater der hoeven zijner sterke [paarden], vanwege het geraas zijner wagenen, [en] het bulderen zijner raderen; de vaders zien niet om naar de kinderen, vanwege de slappigheid der handen;
Ezechiel 3:12Toen nam de Geest mij op, en ik hoorde achter mij een stem van grote ruising, [zeggende:] Geloofd zij de heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats!
Ezechiel 3:13En [ik hoorde] het geluid van der dieren vleugelen, die de een den ander raakten, en het geluid der raderen tegenover hen; en het geluid ener grote ruising.
Ezechiel 12:18Mensenkind, gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken.
Ezechiel 37:7Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, [elk] been tot zijn been.
Ezechiel 38:19Want Ik heb gesproken in Mijn ijver, in het vuur Mijner verbolgenheid: Zo er niet, te dien dage, een groot beven zal zijn in het land Israels!
Amos 1:1De woorden van Amos, die onder de veeherderen was van Thekoa, dewelke hij gezien heeft over Israel, in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israel; twee jaren voor de aardbeving.
Nahum 3:2Er is het geklap der zweep, en het geluid van het bulderen der raderen; en de paarden stampen, en de wagens springen op.
Zacharia 14:5Dan zult gijlieden vlieden [door] de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; dan zal de HEERE, mijn God, komen, [en] al de heiligen met U, [o HEERE!]

Mede mogelijk dankzij