H8147 שְׁנַיִם
both, two, twelve +, twelfth +,
Ezechiel 15:4 | Ziet, het wordt aan het vuur overgegeven, opdat het verteerd worde; het vuur verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand; zou het deugen tot een stuk werks? |
Ezechiel 21:19 | Gij nu, mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het zwaard des konings van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze aan het hoofd van den weg der stad. |
Ezechiel 21:21 | Want de koning van Babel zal aan de wegscheiding staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken; hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien. |
Ezechiel 23:2 | Mensenkind! daar waren twee vrouwen, dochteren van een moeder. |
Ezechiel 23:13 | Toen zag Ik, dat zij verontreinigd was; zij hadden beiden enerlei weg. |
Ezechiel 29:1 | In het tiende jaar, in de tiende [maand], op den twaalfden der maand, geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: |
Ezechiel 32:1 | Het gebeurde ook in het twaalfde jaar, in de twaalfde maand op den eersten der maand, [dat] het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: |
Ezechiel 32:17 | Voorts gebeurde het in het twaalfde jaar, op den vijftienden der maand, [dat] het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: |
Ezechiel 33:21 | En het geschiedde in het twaalfde jaar onzer gevankelijke wegvoering, in de tiende [maand], op den vijfden der maand, [dat er] een tot mij kwam, die van Jeruzalem ontkomen was, zeggende: De stad is geslagen. |
Ezechiel 35:10 | Omdat gij zegt: Die twee volken en die twee landen zullen mij geworden, en wij zullen ze erfelijk bezitten, ofschoon de HEERE daar ware; |
Ezechiel 37:22 | En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn. |
Ezechiel 40:9 | Toen mat hij het [andere] voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen. |
Ezechiel 40:39 | En in het voorhuis der poort waren twee tafelen van deze, en twee tafelen van gene zijde, om daarop te slachten het brandoffer, en het zondoffer, en het schuldoffer. |
Ezechiel 40:40 | Ook waren er aan de zijde van buiten des opgangs, aan de deur der noorderpoort, twee tafelen; en aan de andere zijde, die aan het voorhuis der poort was, twee tafelen. |
Ezechiel 41:3 | Daarna ging hij in naar binnen, en mat den post der deur, twee ellen; en de deur zes ellen, en de breedte der deur zeven ellen. |
Ezechiel 41:18 | En het was gemaakt [met] cherubs en palmbomen; zodat er een palmboom was tussen cherub en cherub, en [elke] cherub had twee aangezichten; |
Ezechiel 41:22 | De hoogte des houten altaars was drie ellen, en zijn lengte twee ellen, en het had zijn hoeken; en zijn lengte en zijn wanden waren van hout. En hij sprak tot mij: Dit is de tafel, die voor des HEEREN aangezicht zal zijn. |
Ezechiel 41:23 | De tempel nu en het heiligdom hadden [beide] twee deuren. |
Ezechiel 41:24 | En er waren twee bladen aan de deuren; [te weten] twee bladen, die men omdraaien kon; twee aan de ene deur, en twee bladen aan de andere. |
Ezechiel 43:14 | Van den boezem nu [op] de aarde tot aan het onderste afzetsel, twee ellen; en de breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot aan het grootste afzetsel, vier ellen, en de breedte een el. |