H8555 תִּמְנָע
Timnah, Timna

Bijbelteksten

Genesis 36:12En Timna was een bijwijf van Elifaz, den zoon van Ezau, en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada, Ezau's huisvrouw.
Genesis 36:22En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna.
Genesis 36:40En dit zijn de namen der vorsten van Ezau, naar hun geslachten, naar hun plaatsen, met hun namen: de vorst Timna, de vorst Alva, de vorst Jetheth,
1 Kronieken 1:36De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.
1 Kronieken 1:39De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna.
1 Kronieken 1:51Toen Hadad stierf, zo werden vorsten in Edom: de vorst Timna, de vorst Alja, de vorst Jetheth,

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel