Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
κάμηλος, -ου, ὁ, ἡ, [in LXX for גָּמַל H1580;] camel: Mt 3:4, Mk 1:6; in proverbs, Mt 19:24 23:24, Mk 10:25, Lk 18:25 (on the v.l. κάμιλος, v. WH, Notes, 151).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
κάμηλος ᾰ, ὁZie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!