Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʾimrî, persoonsnaam mnl.; van אָמַר H559;
1) persoonsnaam Imri; 1a) Voorvader van de Judeeër Uthai (1 Kron. 9:4); 1b) Vader van Zacchur (Neh. 3:2);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!