Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
kĕrētî, bv. nw.;
1) bewoners van Kreta (1 Sam. 30:14; Ezech. 25:16; Sef. 2:5 †); 2) de Krethi en Plethi, de garde van koning David (2 Sam. 8:18; 15:18; 20:7; 1 Kon. 1:44; 1 Kron. 18:17 †);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!