Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
מֹרִיָּה en מוֹרִיָּה Moriah, plaatsnaam van een berg in Jeruzalem, waar Salomo de tempel bouwde (2 Kron. 3:1) en Abraham zijn zoon Izak moest offeren (Gen. 22:2), אֶרֶץ הַמֹּרִיָּה “het land van Moriah,” i.e. de regio rondom deze berg; cf. אֶרֶץ הָעַי Joz. 8:1). In de Bijbel zelf (Gen. 22:8, 14 ; 2 Kron. 3:1) wil men het woord afleiden van de stam רָאָה, wat wordt bevestigd ten aanzien van מֹרִיָּה als afgel. van מָרְאִי־יָהּ mārʾî-yāh voor מָרְאֵה יָהּ mārʾē yāh (Part. Ho.), met de Jod van eenheid "gekozen door de HEER", een naam welke goed past bij een heiligdom.
Voor een vermeende afleiding van mirre zie het onderwerp Moriah (berg).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!